47. Lekker lezen. Zahnfleisch met Boeken En Liefde




Als er iets is wat ik graag doe, is het lezen. Met een boekje in een hoekje kan ik uren doorbrengen, zonder dat ik ook maar iets merk van mijn omgeving.

Van kinds af aan steek ik mijn neus graag in boeken. Een roman, non-fictie over geschiedenis, computers of de natuur, een stripboek uit de reeks Blueberry, Dirk-Jan, Roel Dijkstra, Blake en Mortimer of Lucky Luke: er is veel, heel erg veel, wat mij kan boeien.



Van mijn ouders mocht ik in de Kinderboekenweek een titel naar keuze uitzoeken. Ik verheugde me daar ieder jaar weer op. Met het vers aangeschafte boek kroop ik thuis op de bank, om het pas weer weg te leggen nadat ik het uit had.

Voor mij was de boekenlijst op de middelbare school geen straf, maar een feest. Van een aantal vakken, zoals Duits, vond ik haar te kort - tien boeken maar! - en vroeg ik mijn docente, mevrouw Van Beurten, toestemming er een paar extra te lezen. Ze moest hard lachen, spotte een beetje met mijn wens, maar liet ook merken, dat ze die leuk vond. Ik mocht meer lezen. Tijdens het mondeling ging ze juist op die extra boeken dieper in. Ze had de moeite genomen ze allemaal te lezen.



In mijn studietijd in Amsterdam ging ik regelmatig naar boekhandels De Slegte, het Martyrium en Pegasus, om daar in de verramsjte en tweedehands titels te snuffelen. Altijd vond ik wat. Op mijn studentenkamer had ik twee brede Lundiakasten staan, vol met boeken en stripboeken. Daarnaast een gemakkelijke stoel, ook van Lundia, waarin ik uren kon zitten, met op schoot een stapel boeken die ik uit de kast had getrokken.

Toen ik ging werken, hield het lezen niet op. Integendeel, ik had meer geld om uit te geven in de boekwinkel.



In steden en dorpen waar ik kwam inspecteerde ik steevast het aanbod, niet zelden kocht ik iets.

Altijd droeg ik een boek mee in mijn tas.

Naar kantoor, tijdens fietstochten, in de trein onderweg naar vrienden. Ik zou, en zal, nooit zonder leesvoer de deur uitgaan.

Ook nu nog lees ik één of meer boeken per week. Strips blijf ik herlezen. Soms koop of krijg ik nieuwe die ik dan meteen verslind.

De tekst van Boeken En Liefde schreef zichzelf. Ik had het akkoordenscchema lang geleden bedacht en broedde reeds enige tijd op een tekstje over het genot van lezen. Het moest geen kwezelig verhaal worden, maar iets prikkelends. Op een avond ging ik zitten en de songtekst rolde in tien minuten uit mijn pen. Gniffelend, later schaterlachend, werkte ik haar uit in mijn liedjesschrift - ja, daarvoor heb ik een apart schriftje.



Mensen vragen me wel eens, of ik dit nu echt meen of meegemaakt heb. Laten soms blijken het een nogal platte en flauwe geschiedenis te vinden.

Op de eerste vraag luidt mijn wedervraag: "Doet het ertoe?"

En op de tweede antwoord ik steevast: "Dit is een manier van associeren en denken die exemplarisch is voor grote delen van de mannelijke bevolking. Het enige opmerkelijke eraan is, dat ik het ongefilterd opschrijf en dat we het als nummer hebben uitgebracht. Jos, de zanger, snapte meteen wat ik bedoelde en vermaakte zich uitstekend met het licht verknipte verhaalt over een oversekste boekenwurm. Zo zijn de meeste mannen, in hun hoofd voortdurend bezig met seks, vaak engiszins verknipt, maar in de omgang doorgaans ongevaarlijk."

Het nummer werd na voltooiing direct een live-favoriet en zou niet meer van de Zahnfleisch-setlist verdwijnen.



We hebben er nooit een studioversie van opgenomen. De enige versie die we hebben, is van een optreden in Hotel Bosch in Arnhem - zie Optreden met een filmpje - en heeft onze live-cd gehaald.

Martijn Rutte, 5 oktober 2024