48. Spelen voor een zwart gat in Hamburg: Tunnelfist met Endless Ocean




Begin van het millennium staken we met twee auto's vol muziekapparatuur de grens bij Arnhem over. Jeroen in zijn Seat. Jos, Louis en ik in mijn Audi 80, het witte racemonster dat ik enige jaren tevoren van vrienden in Berlijn had overgekocht. De Duitse douane controleerde en pikte ons eruit. Men rommelde wat in de achterbak van de Audi en erna konden we door. Tussen Osnabrück en Bremen begon het te sneeuwen. Een witte film bedekte bedekte het asfalt. Enige uren later reden we door een bruine sneeuwblubber Hamburg binnen, op zoek naar de Astra Stube, waar we zouden optreden.

De tent bevond zich in een krappe ruimte onder het spoor aan de rand van het centrum. De buitenmuren stonden vol graffiti, merendeels politiek correcte leuzen in het linkse spectrum. We laadden onze spullen uit en brachten ze naar binnen voor het optreden dat we later die avond zouden geven. In ons voorprogramma stond de Hamburgse band Abbey Chase, een metalachtige formatie van vijf vervaarlijk uitziende, maar zeer beschaafde Duitse jongens. Ook zij waren hun spullen aan het uitladen.



In die jaren liep het met optredens in Nederland goed en als volgende stap hadden we onze blik op Duitsland gericht. Internet hielp daarbij. De meeste zalen en muziekcafé's hadden intussen een eigen website op poten gezet. Je kon ze aanschrijven en bellen. Dat laatste werkte het beste, want boekers reageren doorgaans niet op mail, waarschijnlijk omdat dat veel meer werk is dan de telefoon aannemen. Aldus had ik Käthe van de Astra Stube enige malen aan de telefoon gehad om tenslotte een datum voor een optreden overeen te komen, op een zondagavond in december.

Käthe had mij gevraagd, voor een voorprogramma te zorgen. Op internet was ik op Abbey Chase gestuit. Na beluistering van hun muziek op MySpace en de constatering dat de band uit de regio kwam, schreef ik de heren aan per e-mail. Hun voorman reageerde per omgaande enthousiast en ik berichtte Käthe dat we een openingsact hadden. Ik boekte hotel Mosul voor Jos, Louis en mij, niet ver van de Astra Stube. Jeroen zou naar huis rijden na het optreden.



Na het uitladen van de apparatuur togen we gedrieën naar het hotel dat zijn naam eer aandeed en eruit zag alsof het pas gebombardeerd was. De hotelier was vriendelijk maar onverstaanbaar en wees ons de ontbijtzaal en de kamers. Die waren eenvoudig maar schoon, hoewel de linkerbeddenpoot van het bed waarin Jos en ik zouden slapen wiebelde, waardoor elke draai een luid gestommel en geknars teweegbracht. Louis had zijn eigen kamertje.

We pikten Jeroen op in de Astra Stube, vonden een eenvoudig eethuis met een gutbürgerlichte Küche, aten een smakelijke maaltijd, namen een koffie-met-borreltje (Jos, Louis, ik) en bananasplit (Jeroen) toe en spoedden ons naar de soundcheck. Eerst Abbey Chase, erna wij.



De Abbeys hadden indrukwekkende gitaar- en basversterkers mee, waarbij onze kastjes in het niet vielen. De band bracht dan ook een oerknal van geluid voort, waar de zanger, op blote voeten, evengoed nog bovenuit bulderde. Tunnelfist was, zoals gebruikelijk, in tien minuutjes klaar met opbouwen en nadat Jos nog even de zanginstallatie schril fluitend had laten krijsen door zijn microfoon weer eens onhandig voor één van de luidsprekers te houden, konden we naar de bar in afwachting van het begin van ons optreden.

Negen uur. Geen publiek.

Tien uur. Lege zaal.

Kwart over tien. Onze vriend Sander liep binnen met zijn vriendin, een apothecaresse uit Amsterdam. "Een stoute tomboy" in de woorden van Jeroen.

Half elf. Nog steeds niemand, de heren van Abbey Chase drentelden over het podium en plukten wat aan hun instrumenten.

Elf uur. Een zwart gat met daarin twee bands, het barpersoneel en de twee bezoekers uit Amsterdam. Abbey Chase plugde in, liet zich aankondigen en trapte af. Na elk nummer klapten en joelden wij extra hard. Om kwart voor twaalf rondde de band af en was er, afgezien van de muzikanten en het personeel, nog steeds niemand de zaal. Wij besloten meteen het podium op te gaan en in te zetten met English Towns, gevolgd door Faggot Queen en Calling From The Desert.



De heren van Abbey Chase waren vooraan gaan staan en applaudiseerden net zo hard als wij voor hen deden. Zes nummers verder bracht Sander bier het podium op. Nog geen andere bezoekers.

Om kwart voor één sloten we, nog steeds in het zwart gat turend, af met een op volle kracht gespeeld Oo! Aa! Sex! en Pussy Nauw.

We spraken af om de volgende ochtend de apparatuur in te laden, maar het drumstel van Jeroen tilden we al wel zijn auto in, omdat hij meteen die nacht terug naar huis wilde rijden. Ik haalde onze gage op aan de bar, gebaseerd op de baromzet: 17,95 euro.

Louis en ik hesen onze gitaren op de rug, riepen Jos, die met de barvrouw stond te kwekken, en ietwat lacherig namen we afscheid van de mannen van Abbey Chase die ook wel de humor van de de avond inzagen. Optredens regelen bij de oosterburen, dat ging nog wel, maar publiek naar de zaal lokken... ja, hoe kreeg je dát eigenlijk voor elkaar? In Berlijn woonden vrienden en die hadden op hun beurt vrienden en die namen bekenden mee en zo liep een zaal vanzelf vol. Maar hier, of andere steden in Duitsland..? Hoe pakte je zoiets aan? Ik had mijn kaarten op Abbey Chase gezet bij wie ik een lokale fanbase had verwacht. Maar ja, dat een band uit de regio komt, wil nog niet zeggen dat ze daar, of waar dan ook, volgers heeft. Dat had ik van tevoren kunnen bedenken.

Maar nu eerst bier. We gingen op verkenning in nachtelijk Hamburg.



De volgende ochtend was ik in tien minuten gewassen en gekleed, maar moest wachten op de minder vlot opererende Jos en Louis. Ik pakte mijn gitaar en speelde onversterkt enkele akkoorden. Een A-mineur, een G, wat getokkel, overgang naar D-mineur en C. Jos neuriede mee vanuit de badkamer. "Ik ben nu aan het rukken, maar straks doe ik mee. Het klinkt goed."

Het werd even stil en ik puzzelde verder op de gitaar, onderwijl één van de laatste Gauloises van de avond ervoor opstekend.

"Hee, Rutte, Speel dat nog eens", riep Jos vanuit de natte cel.

Ik zette opnieuw in.

Er werd aan de deur geklopt.

Een hoop gehoest, een raspende stem. "Zijn jullie wakker?".

Ah! Daar hadden we Louis.

"Pak je de bas even, Lolo?", riep Jos vragend.

"Nu al?", vroeg Louis.

Gestommel.

Louis kwam terug met zijn bas. We namen de akkoorden door en zetten in. Naakt door de hotelkamer paraderend en zoekend naar een melodie, zong Jos mee. "Ik heb een halve tekst en die past er precies op." Zittend op het bed naast ons krabbelde hij een paar zinnen achterop de setlist van de avond ervoor. "Ja, zo, hier, een paar regels couplet, het refrein heb ik al, zoooo en... die is af!"

"Zitten jullie nou naar mijn lul te kijken?"

We negeerden de opmerking, maar moesten er ook om lachen. Hoe vaak had Jos die al niet gemaakt in ons bijzijn? Wanneer liep hij eigenlijk niet in zijn blote kont rond?

Zo werd binnen een half uur Endless Ocean geboren.

We ontbeten, haalden de gitaarversterkers op bij de Astra Stube en reden door winters Duitsland terug naar huis. Een illusie armer, maar een nummer rijker.

Martijn Rutte, 12 oktober 2024

De video-stills van het optreden in het Patronaat te Haarlem komen voor de rekening van degene die filmde - wie dat ook geweest heeft mogen zijn.

De foto van Jos en Martijn is gemaakt door Marie-José.