De thuispagina van Studio on the bulbs, Zahnfleisch, NS Dansorkest en Tunnelfist


26. Vioolhoer!: Magicians met Animal Crackers




Optredens met Magicians verliepen regelmatig chaotisch. Bassist Michiel was het grootste drankorgel van allemaal en bereidde ons regelmatig verrassingen, meestal leuk, al herinnert hij zichzelf daar vast niet alles meer van. Maar ook Louis en ik keken regelmatig te diep in het glaasje, waardoor de zaken niet altijd even vlekkeloos verliepen als gekund had. Jeroen was te serieus om op dergelijke wijze een optreden in gevaar te brengen. Hij was eigenlijk de enige, die toen al op volwassen wijze een optreden benaderde.



Louis, Michiel en ik zagen optredens als avondjes uit en waren niet bereid ons in te houden omwille van de performance. In het laatste jaar van Magicians werd dat overigens anders. Ik werd er fel op dat we op zijn minst nuchter zouden spelen - wat erna gebeurde moest ieder zelf maar weten - en niet meer in situaties terecht zouden komen, waarin een bandlid niet eens meer zijn instrument kon stemmen. Bovendien was het ook zonde, om de gage dat we toucheerden voor een optreden helemaal op te drinken - want daar draaide het niet zelden op uit. Sterker nog, we moesten vaak bijleggen, omdat we, naast de gratis consumpties en het gage, nog meer naar binnen hadden gewerkt, waarvoor we moesten opdraaien.

Op een avond speelden we op een festivalletje in de Oxy in Velsen-Noord. Het optreden verliep prima, erna gingen we andere bands kijken en bier drinken. "Hé, waar is Michiel eigenlijk?" "Hij liep daarstraks nog bij de bar, daar." "Nou, daar is hij nu niet meer."



En daar kwam hij aan, zwalkend en lallend, opgebracht door twee mensen van de organisatie die hem stevig bij de schouders vasthielden. "Hoort dit bij jullie? Hij liep backstage allemaal instrumenten omver. Houd 'm voortaan bij je, okee?" Michiel bleef bij ons voor het podium staan, naar elke band schreeuwend: "Ik vind jullie góed!" Daarna sprak hij aanhoudend de vriendin van een potige IJmonder aan. "Ik vind jou léuk!" De IJmonder was daar niet van gediend en we moesten Michiel ontzetten voor er rake klappen zouden vallen. Geen grappen maken met mensen in cafés in de regio IJmuiden-Alkmaar, tenzij je houdt van een pak slaag.

We deden regelmatig mee aan bandwedstrijden. Zo ook eentje in het Haarlems Stads-Café . Vantevoren niet goed opgelet, want het bleek dat de halve muziekschool in de leeftijd tussen acht en zestien meedeed op zang, blokfluit, piano en viool. Stonden wij daar met de teksten van Louis: "Let's play with our private parts", "We're gonna steal their little, for our nation we will kill..." enz. enz.

Een parade aan vals krassende blokfluitjes en violen trok voorbij. Zwetende kindertjes die vierhandig het klavier mishandelden. Ons optreden werd met zichtbare verbazing bekeken door de okselfrisse dames en heren van de vakjury.

Aan de bar was het gratis bestellen. De kinderen namen sinas en cola, wij bier met voor de gitaarsectie nog een jenevertje ernaast, omdat je op één been niet kunt staan en het ook niet voor de ganzen gebrouwen was.



We begonnen door de juryrapportages heen te schreeuwen. Toen Louis bulderend "Vioolhoer!" riep naar de uiterst beschaafde viooljuf, werd de tap subiet voor ons gesloten. Bedremmeld en gegeneerd zaten we de rit uit in een hoekje de ruimte: vier volwassen kerels met een grote mond en een slok op.

We wonnen de bandwedstrijd niet.

Erna hebben we afgesproken dat Jeroen, die bandcompetities voor ons opsnorde, voortaan kritischer zou selecteren.

Maar het bleek nog bonter te kunnen.

"Ik kan even niet oefenen, mannen, ik heb geen bas meer." "Hoezo geen bas meer? Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?" "Nou, ik kwam thuis en toen moest ik mijn fiets op slot zetten en daarom had ik de bas even tegen de boom voor het huis gezet. Ik ben naar boven gegaan en helemaal vergeten dat die bas er nog stond. Toen ik de volgende ochtend wakker werd - zo, ik had een kater joh, Jezus! - dacht ik ineens 'Waar is mijn bas?' en toen wist ik weer, dat ik 'm buiten had neergezet om mijn fiets dicht te maken. Hij was natuurlijk weg. Kut!"



Ik fiets nog regelmatig langs Michiels toenmalige adres in de Keucheniusstraat in de Staatsliedenbuurt - namelijk wanneer ik de zang van Rebecca ga opnemen die daar niet ver vandaan woont - en moet dan altijd denken aan dit hilarische incident. Toen moesten we er helemaal niet om lachen, trouwens, want we konden niet spelen. Michiel baalde vreselijk, niet in de laatste plaats van zichzelf. Hij voelde zich schuldig en een sufferd.

Toen we in de loop van 1995 het roer omgooiden en nuchter gingen spelen, werden optredens een stuk voorspelbaarder op een goede manier. Ik denk, dat we een paar van de beste uit onze korte carrière in die tijd gegeven hebben, waaronder het winnende optreden in Het Witte Theater. In alle bands waarin ik sindsdien gespeeld heb, speel ik nuchter. Veel leuker, veel beter en je herinnert je er ook meer van.

Martijn Rutte, 11 mei 2024

De bandfoto's zijn gemaakt door Patricia Orlinska en Michiel Damhuis. Die van het Stadscafé komt van Wikimedia Commons.