35. Kossen goes Kylie. Reconstructie van een vergeten opnamesessie: Tunnelfist met I Can't Get You Out Of My Head




Aan het begin van deze eeuw was Louis actief met het schrijven en opnemen van nummers die vaak een interessante mix lieten horen van Magicians en Tunnelfist. Geen wonder natuurlijk, aangezien hij van de eerste band de voorman en voornaamste liedjesschrijver was en van de tweede de bassist die samen met mij de meeste aanzetten tot onze songs heeft gegeven.

Toen Louis bezig was, had ik geen idee wat hij allemaal op band zette, maar het bleek een omvangrijke reeks nummers te zijn. Hij deed er een beetje besmuikt en schamper over, alsof hij zijn producten de moeite van het beluisteren niet waard vond.

Zelf heb ik nagenoeg geen enkele herinnering aan de sessies, waaraan ik in een later stadium toch heb deelgenomen, getuige alle gitaarpartijen die in het eindresultaat terecht zijn gekomen en die onmiskenbaar mijn signatuur dragen. Ook Jeroen, die op heel wat tracks meeroffelt, herinnert zich er he-le-maal niets van.

Mijn dagboeken bieden hier nauwelijks uitkomst. Op enkele schaarse notities na bevatten ze geen informatie over het hoe en wanneer. Niettemin valt met de snippertjes informatie die er zijn een reconstructie te maken van de vergeten opnamesessies die hebben geresulteerd in het Tunnelfist-album Feed Me.

Zoals al eens gememoreerd in het verhaal over de opnames met Life To Us in de Hercules-sporthal in Haarlem-Schalkwijk, waren Jeroen en ik in die jaren heel, heel erg druk met heel, heel erg veel muzikale projecten. Daardoor zijn sommige herinneringen vervaagd, andere in elkaar overgelopen.

Maar de weinige dagboekpassages die er zijn, laten zien dat er meer aan de hand was. Het tijdsgewricht waarin de opnames hebben plaatsgevonden, was er één van veelvuldig cafébezoek, korte nachten, chronisch geblow en aanhoudend drankmisbruik. Louis en ik hebben het in die jaren het bontst gemaakt, maar ook Jos en Jeroen lieten zich regelmatig meeslepen. Dat alles zal een steentje hebben bijgedragen aan de mist die hangt rondom de totstandkoming van de plaat.



De reconstructie begint bij een anekdote die mijn broer Reinout mij vertelde. Ze speelt zich af in de beginfase van het creatieve proces, toen Louis nummers begon af te ronden, maar de andere leden van Tunnelfist hun bijdrage nog niet hadden geleverd. Ik laat Reinout zelf aan het woord:

'Rond het opnemen van het nummertje van Kylie toog ik met Louis naar café De Kleine Beurs in Hillegom. De mooie tijd dat Louis vaak in de schuur op de Stationsweg verbleef en ik daar graag ging buurten, vanuit mijn eigen schuur even verderop in die prachtstraat. Die keer liet Louis de zojuist gemixte opname van de kraker van mevrouw Minogue horen. Ik was direct enthousiast en moest er erg om lachen.

Met een cd'tje van de opname in de zak fietsten we naar het dorpscafé, waar het zoals gebruikelijk een uitgelaten boel was. Na een paar borreltjes wist ik Louis over te halen de barvrouw te vragen om het schijfje op te zetten. Een mooi liedje dat iedereen goed zal vinden, zeiden we.

Dat bleek niet tegen dovemansoortjes gezegd. Toen het nummer door De Kleine Beurs schalde, ging iedereen los. "Meer, meer, meer!", werd er geschreeuwd en er werd gevraagd wat dat nou was. Iedereen herkende het natuurlijk, maar dit klonk anders, beter, lekkere harde gitaar, gave zang.

"Heeft hij opgenomen", zei ik, geamuseerd kijkend naar Louis. Die werd ongemakkelijk. We dronken nog een borreltje en fietsten schuurwaarts.'



Het ging om het nummer I Can't Get You Out Of My Head. Louis had het, zich de longen uit het lijf zingend, in een hysterische gitaarversie opgenomen. De versie van Kylie Minogue is goed, maar die van Lolo is geweldig. Dat vonden de bezoekers van ons Hillegomse stamcafé ook.

Nadat Louis de nummers allemaal in de grondverf had gezet met zang, toetsen, gitaar en bas, opgenomen tegen de achtergrond van elektronische drums, stokte de voortgang. Ik kon daar slecht tegen en stelde hem voor dat ik de afwerking ter hand zou nemen. Ik noteerde in mijn dagboek: "Lolo reageerde lauwtjes op het aanbod, wat ik als een 'ja' heb opgevat." Ik heb niet opgeschreven, of ik meteen aan de slag ben gegaan. Dat moet haast wel, want ik wilde het product, eenmaal voltooid, op cd branden en Louis cadeau doen voor diens verjaardag. Hij is in september jarig en mijn dagboeknotitie is uit juni.



In een stapeltje losse velletjes met dagboekfragmenten - ik maakte er die jaren in menig opzicht een rommeltje van - vond ik deze aantekening: "Jeroen uitgezwaaid die terug naar huis reed met zijn drumstel. Hij heeft gisteren alle partijen voor Louis' liedjes ingespeeld. Vandaag hoefde er niks meer, behalve dat we, beiden met een afgrijselijke kater, de boel hebben opgeruimd. Gistermiddag voor het avondeten al aan de drank in het zonnetje voor het huis. Jeroen Sambuca en ik Wodka Wyborowa. Die krat Alfa-pils is ook bijna leeg. Hij bleef strak drummen. Wonderbaarlijk. Ik zag alle opnameknopjes dubbel aan het eind van de avond. Hij heeft in de douche gekotst, hoorde ik gisternacht. Straks 's kijken hoe de natte cel erbij ligt. Oef!" Hoewel de tekst niet erg precies is met de vermelding "Louis' liedjes", moet dit wel haast zeker zijn gegaan over opnames voor Feed Me.

Op enig moment is Jos ook aan de slag gegaan, want het is zijn stem op de elektropop-songs, waarvan eentje, Innocence, jaren later, op de Tunnelfist-plaat Rarities terecht is gekomen. Wederom herinner ik mij niet, of ik hierbij betrokken ben geweest.

Wat ik nog wél heb teruggevonden in mijn aantekeningen, is dat Jos - ik citeer nu weer letterlijk - "(...) aan de zang van elektronische liedjes heeft geknutseld in Louis' holletje aan de Haarlemmerstraat. Het was, naar Jos mij nadien schaterlachend vertelde, een bonte avond geweest, eindigend met brekend glas, vallend meubilair en geschreeuw vanuit het raam over straat, in het Duits en Nederlands." Deze passage móet wel haast betrekking hebben op de elektronummers van Feed Me, want naast Dance (van NS Dansorkest) en Kompromislos (van Tunnelfist) zijn de Feed Me-songs de enige elektronische die we ooit gemaakt hebben.



Van het masteren van de plaat weet ik al even weinig als van de sessies. Ik zal het gedaan hebben, want wie is het anders geweest? Louis wilde het niet, Jeroen en Jos konden het niet. Ik heb ongetwijfeld ook het hoesje gemaakt en de cd vermenigvuldigd.

Want wat ik me wél herinner, is dat ik de plaat, eenmaal af, inderdaad als verjaardscadeau aan Louis heb gegeven. Op de voorkant staat het knuffeltje dat hij in de schuur op een luidspreker, later op de Haarlemmerstraat in de vensterbank had staan. Deze paarse jongen kreeg na een drinkgelag regelmatig een lege fles bier, tequila of wodka in zijn poten gedrukt. Daaraan kon je bij het ontwaken zien, of het de dag ervoor weer een dolle boel was geweest.



Louis voelde zich in verlegenheid gebracht door het cadeau, waarschijnlijk omdat hij vond dat hij de opnames zelf had moeten volbrengen, maar vond het ook leuk.

Enkele goede vrienden hebben de plaat van me gehad, maar van verkoop en verdere verspreiding is het nooit gekomen. Zelf heb ik thuis niet eens een exemplaar liggen. Jeroen gelukkig nog wel.

Ik heb de opnames onlangs opnieuw gemasterd en via de streamingsdiensten uitgebracht. I Can't Get You Out Of My Head blijft een kraker. Maar er staan veel meer pakkende songs op het album. De mix is niet evenwichtig, de arrangementen zijn hier en daar wat haastig, maar het geheel raakt me . Het heeft iets opwindends en ontremds. Misschien iets, wat we in het reguliere opnameproces met de band een beetje kwijtgeraakt waren in die jaren.

Martijn Rutte, 13 juli 2024